-
1 Narrenhände beschmieren Tisch und Wände
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Narrenhände beschmieren Tisch und Wände
-
2 Tisch
〈m.; Tisch(e)s, Tische〉♦voorbeelden:ein Gespräch am runden Tisch • een rondetafelgesprekdie Parteien wieder an einen Tisch bringen • de partijen weer rond de tafel brengenbar auf den Tisch zahlen • contant betalenbei Tisch • aan tafel, onder het etennach Tisch • na het eten〈informeel; figuurlijk〉 etwas fällt unter den Tisch • iets schiet erbij in, valt uit de boot〈informeel; figuurlijk〉 vom Tisch müssen • afgehandeld, opgelost moeten wordenvor Tisch • vóór het etenzu Tisch, bitte! • aan tafel, alstublieft!jemanden zu Tisch bitten, (ein)laden • iemand aan zijn tafel nodigenzu Tisch gehen, sich zu Tisch setzen • aan tafel gaan¶ 〈 spreekwoord〉 Narrenhände beschmieren Tisch und Wände • gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen -
3 Wand
〈v.; Wand, Wände〉♦voorbeelden:die Wände haben Ohren • de muren hebben oren〈 informeel〉 … dass die Wände wackeln! • dat horen en zien (je) vergaat!〈 informeel〉 jemanden an die Wand stellen • iemand tegen de muur zetten, fusillerenweiß wie eine, die Wand • lijkbleek, bleek als een doek¶ 〈 spreekwoord〉 der Horcher an der Wand hört seine eigne Schand • wie luistert aan de wand, hoort zijn eigen schand〈 spreekwoord〉 Narrenhände beschmieren Tisch und Wände • gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen -
4 beschmieren
beschmieren2 besmeuren, bevuilen♦voorbeelden:3 〈 spreekwoord〉 Narrenhände beschmieren Tisch und Wände • gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский